Demissionair maar niet stilstaan: hoe de huidige realiteit voor kansen zorgt
De val van kabinet Schoof I markeerde een politiek scharniermoment. Toch is het parlementaire werk verre van stilgevallen. De Voorjaarsnota ligt op tafel, controversieelverklaringen zijn verrassend beperkt gebleven, en de voorbereidingen voor de verkiezingen van 29 oktober zijn volop aan de gang. Voor belangenbehartigers is dit een ongebruikelijk moment: bestuurlijke onzekerheid enerzijds, beleidsmatige openingen anderzijds. Dit is hoe de politieke puzzel zich ontvouwt en waar de kans op beïnvloeding zit.
Op zoek naar een meerderheid
Doordat PVV-leider Geert Wilders op 3 juni zijn steun voor het kabinet introk, stapten de PVV-bewindslieden uit het kabinet. Sindsdien regeert het kabinet-Schoof I door in demissionaire vorm. Meestal betekent dat: slechts lopende zaken. In de praktijk blijft het demissionaire kabinet actief op dossiers waar de Kamer dit toelaat en dat zijn er ditmaal opvallend veel.
Zonder PVV in het kabinet moeten er per voorstel nieuwe meerderheden worden gezocht. Niet alleen in de Tweede Kamer, waar de coalitie al geen meerderheid meer heeft, maar zeker in de Eerste Kamer, waar de huidige coalitiepartijen (maar ook met de PVV) samen nog verder van een meerderheid afstaan. Dit vraagt om overleg, schuivende blokken en biedt tijdelijke allianties kansen op verschillende onderwerpen.
Opvallend daarbij is dat de PVV, ondanks het opstappen uit het kabinet, vooralsnog niet dwarsligt bij de behandeling van de Voorjaarsnota. Het debat daarover verliep constructief, en er zijn geen signalen dat de partij door tegen te stemmen de Voorjaarsnota wil blokkeren. Dan blijft nog wel de vraag: welke meerderheid vinden de overgebleven coalitiepartijen in de Eerste Kamer?
Het meeste mag doorgaan
In de extra procedurevergaderingen van vorige week, is slechts een beperkt aantal onderwerpen controversieel verklaard. In veel commissies waaronder Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Klimaat en zelfs Asiel en Migratie mogen lopende zaken doorgaan.
Dit is opvallend. Na een kabinetsval is het gebruikelijk dat veel dossiers worden stilgelegd om politieke neutraliteit te bewaren en de kiezer een kans te geven zich uit te spreken. Het feit dat dat nu grotendeels niet gebeurt, wijst op een breed gedeeld besef in de Kamer: Nederland moet bestuurbaar blijven, verkiezingen of niet. Daarom worden politieke processen waar mogelijk doorgezet.
Voor belangenbehartiging betekent dit: beleidsontwikkeling is niet bevroren. Waar onderwerpen niet controversieel zijn verklaard, kunnen ze gewoon behandeld worden, en zelfs versneld. Wel is het zaak goed in beeld te hebben welke Kamermeerderheden op welk moment wél of juist niet bestaan, dat bepaalt de ruimte om voorstellen aan te passen of te beïnvloeden.
Financiële keuzes
De Voorjaarsnota 2025 ligt op tafel. De plenaire stemming is volgende week voorzien. Daarnaast worden de bijbehorende suppletoire begrotingen besproken in afzonderlijke wetgevingsoverleggen, over bijvoorbeeld de WW en het onderwijs.
Maar het kabinet regeert zonder duidelijke meerderheid. Dat betekent dat steun voor de Voorjaarsnota en de begrotingswijzigingen uit nieuwe richtingen moet komen. Drie scenario’s lijken een kans te maken, de ene meer dan een andere:
- Andere sociaaleconomische keuze: bepaalde partijen willen alleen steun geven als bezuinigingen op jeugdzorg, bestaanszekerheid of zorg worden verzacht of teruggedraaid.
- Onderwijs voor een meerderheid: geplande bezuinigingen op onderwijs roepen veel weerstand op. Het is een dossier dat politieke steun of juist blokkades kan maken of breken. Dit zagen we eerder bij de behandeling van de begroting voor 2025.
- Status quo: de coalitie kan ook inzetten op het behouden van de Voorjaarsnota zoals die nu is. Hiermee hoopt ze op het verantwoordelijkheidsbesef van een Kamermeerderheid die het ook belangrijk vindt om bestuurlijke chaos te voorkomen.
Nieuwe plannen in aanloop naar de verkiezingen
Ondertussen zijn politieke partijen volop bezig met hun verkiezingsprogramma’s. Veel programmacommissies staan open voor inbreng, en de komende weken zijn cruciaal. Belangrijk moment: eind juli, dan moeten partijen (die dit willen) hun programma’s indienen bij het Centraal Planbureau (CPB) voor doorrekening.
Deze doorrekeningen zijn om twee redenen belangrijk:
- Ze geven inhoudelijke onderbouwing aan de plannen.
- Ze maken financiële keuzes zichtbaar: wie bezuinigt waar, wie investeert waarin, wie schuift welke rekening door?
Wat nu in die programma’s terechtkomt, is de input voor het volgende regeerakkoord. Voor maatschappelijke organisaties, belangenbehartigers en experts is dit het moment om goed onderbouwde voorstellen aan te leveren, waar kan met financiële dekking. Hoe eerder, hoe beter.
Belangrijk: deze fase loopt nu. De aanleverdeadline voor het CPB is 26 juli, dus de echte politieke keuzes worden in juni/juli al gemaakt.
Gedekt of toch gratis bier
Er is een opvallend spanningsveld zichtbaar: aan de ene kant wordt gepoogd om geen “gratis bier” uit te delen, aan de andere kant zien we voorstellen voorbij komen die wél ongedekt zijn en dus na de verkiezingen alsnog politieke keuzes vragen.
De NAVO-norm is hier een voorbeeld van. Het verhogen van defensie-uitgaven naar 5% BBP: 3,5% voor defensie en 1,5% voor omliggende infrastructuur, zoals bruggen, wegen of kades.
Deze uitgaven zijn politiek gevoelig, financieel ingrijpend en voorlopig zonder structurele dekking aangenomen. Het doorschuiven van de keuze “hoe gaan we dat betalen” naar de onderhandelingstafel van een nieuw kabinet legt een groot beslag op de verkiezingen. Want bezuinigen we straks op bijvoorbeeld de zorg of verhoogt een volgend kabinet de belastingen?
Geen demissionaire pauzestand
Het beeld van stilstand klopt dus niet. De politieke realiteit is volop in beweging: op papier demissionair, in praktijk doorschuiven van structurele keuzes; in de context van een aanstaande campagnetijd. De nieuwe NAVO-norm, stijgende zorguitgaven, bestaanszekerheid, klimaatmaatregelen en een oplopend begrotingstekort: ze vragen allemaal om helder beleid, en dus om politieke keuzes. De komende maanden wordt duidelijk welke keuzes de politieke partijen – in ieder geval in hun verkiezingsprogramma’s – gaan maken.
Marcel Vonk
Adviseur public affairs